 |
O. den Beste, ex-leraar Duits: 'Het is definitief fout gegaan
in het onderwijs toen de leraren
in de klaslokalen van de podia zijn afgedaald !' |
Er is een groot gebrek aan mannelijke leerkrachten, zo berichtten de media vandaag. Waar ligt dat toch aan?, zo vraagt men zich af in onderwijsland.
Een tweetal jaar geleden heb ik mezelf opgeworpen om hier iets aan te doen. Ik schreef me in voor de opleiding docent basisonderwijs. In de aanloop werd me het verschil tussen de motivatie van meester en juffrouw duidelijk. Daar waar de juf wil tutten met het grut, wil de meester graag de kinderen iets leren. En inderdaad, kennis overdragen, dat was mijn drijfveer.
Al vrij snel na aanvang kwam ik een aantal tekortkomingen van mijn opleiding tegen. Ik som ze op:
- Hogescholen hebben hun oorspronkelijke doel ‘onderwijzen’ ondergeschikt gemaakt aan het gangbare doel ‘geld verdienen’ (hoe meer cursisten, hoe meer geld), waardoor de kwaliteit van de school niet meer al te hoog is;
- Het opleidingsinstituut was onderhevig aan erosie als gevolg van een politiek samensmeltingproces. Scholen moeten efficiënter werken, een fusie van scholen ligt voor de hand;
- De norm wordt bepaald door het overschot aan bakvisjes dat graag voor de klas wil staan. Het volwassenenonderwijs wordt aldus flink kinderachtig naar beneden toe bijgesteld;
- De docenten uit de ‘softe categorie’ voeren op de pabo de boventoon. Voor hen geldt: kinderen entertainen is belangrijker dan kinderen onderwijzen;
- De echt goede docenten (vakdocenten rekenen, taal en aardrijkskunde/geschiedenis) komen op het tweede plan. Niet vreemd dat deze mensen hun ambities bijstellen en aan de lerarenopleiding in hun discipline vakdocenten willen klaarstomen;
- Eigen kennis en vaardigheid zijn niet belangrijk. Ik heb twee keer een toets gemaakt om het gehalte van mijn kennis te bepalen. Ik scoorde beide malen veruit het beste van alle studenten. Deze toets was twee jaar geleden slechts indicatief, op dit moment is deze toets helemaal geschrapt. Kortom: het is klaarblijkelijk niet belangrijk dat je iets weet;
- In het land van de onderwijskunde wordt heel dogmatisch aangekeken tegen het begrip onderwijs. Er is maar één methode de beste, terwijl de praktijk laat zien dat er meerdere wegen zijn die naar Rome leiden. De kunst voor een docent is juist om voor elke leerling apart in te schatten hoe hij het beste tegemoet kan komen aan de manier waarop het kind het beste leert. Maar onderwijskundigen doen hun werk niet voor niets. Hun duurbetaalde noeste arbeid moet immers te gelde gemaakt worden. We hebben alle veranderingen in de praktijk van onderwijsland voorbij zien komen. Mammoetwet, middenschool, studiehuis, enzovoort. Het heeft het onderwijs nimmer beter kunnen maken. Lang leve de theoretische starheid van de wetenschap!
- Lesgeven aan onderbouw en bovenbouw zijn twee aparte takken van sport. Op de pabo zijn beide disciplines verbonden waarbij de nadruk eerder op de onderbouw ligt dan op de bovenbouw. Als ik zo vrij mag zijn te constateren, immers, het merendeel van de studenten heeft daar zijn hart liggen. Of beter gezegd, haar hart.
Al deze zaken bijeen hebben mij anderhalf jaar geleden doen besluiten het onderwijs de rug toe te keren. Als kennisoverdracht niet alleen ondergeschikt gemaakt wordt, maar meer en meer als irrelevant terzijde geschoven, dan kan mijn beslissing de enige juiste zijn. Ik wil mijn energie niet verspillen aan leegheid, het zou tegen mijn natuur ingaan.
Ook in de samenleving als geheel zien we een tendens die zegt dat het er niet om gaat wat je weet en kunt, maar dat je kunt aantonen wat je ooit geweten en gekund hebt. Dat dit leidt tot een teloorgang van het niveau van de mensen die onze samenleving moeten dragen, is evident. In onze cultuur ligt de nadruk eenzijdig op de economie. Prachtig geïllustreerd door een juffrouw op mijn stageschool. Ze had een oud-leerling gesproken die filosofie was gaan studeren. Haar oordeel: filosofie? Maar daar kun je toch geen geld mee verdienen?
Het is maar goed dat onze samenleving amper filosofen kent. Mochten deze stoffige lieden doorsijpelen tot in het onderwijs, het zou alleen maar kunnen leiden tot het verpesten van de jeugd. Precies zoals Socrates in de klassieke tijd heeft gedaan.
De filosofen van de verlichting, zij koesterden de idealen zelfontplooiing, kennisontwikkeling en bijgevolg mondigheid. Het verheffen van de geest van het volk leidt tot de bevrijding van het aan domheid geketende individu. Maar de productiviteit van de markt is juist gebaat bij de loonslaaf die kritiekloos en zwijgzaam zijn nederige lot accepteert. In ruil daarvoor krijgt deze de kans ongebreideld te consumeren. Lang leve het ideaal van goedkoop genotzucht. Leer het kroost niet meer dan noodzakelijk is voor het welslagen van het overkoepelende project van de markt. De mammon dient immers gediend te worden. Hersenverweking in plaats van verheffing van de geest.
It’s the economy, stupid!, zo luidde in de jaren negentig een slogan in de Verenigde Staten. Het is de economie die dom maakt, zo zou ik in het Nederlands willen parafraseren. Geld staat in onze samenleving hoger dan menselijke wijsheid. En daar ligt het werkelijke gebrek.