donderdag 17 mei 2012

IJsvrij

Fris is het woord dat het beste past bij de lente van dit jaar. Nadat de maand februari onze wateren een lange periode stijf in zijn koude greep hield, hebben we het hele voorjaar permanent het naspel van Koning Winter gevoeld. Daar waar we voorgaande jaren steevast warme en vooral droge april- en meimaanden kenden, is dit jaar fris het woord dat het beste past. De planten reageerden aanvankelijk aarzelend en voorzichtig. Geen probleem, ik ben een geduldig mens. Maar daarentegen wensten de zomerbloeiers van de kweker snel aan de man gebracht te worden. Al enige tijd stond het perkgoed dat ik reeds weken geleden bij de super in de straat goedkoop op de kop had getikt vol ongeduld te wachten in mijn bescheiden maar o zo fijne wintertuin. De zomer kondigde zich derhalve al nadrukkelijk aan, maar eerst diende ik af te rekenen met de strenge heren Mamertus, Pancratius, Servatius & Bonifacius. Deze zogenaamde ijsheiligen kunnen doorgaans met speels gemak als een vorst heersen over de meidagen elf, twaalf, dertien en veertien. Zeker in dit kille voorjaar wilde ik graag wachten met het naar buiten treden van mijn zomerse ambities, omdat deze lente het risico levensgroot was dat de nachtelijke koude bitter zou toeslaan. Maar nu hun dagen geteld zijn, hebben we eindelijk het lang verbeide ijsvrij. Mijn tuin geeft zijn ruimte rijkelijk prijs voor de uitbundige groei en bloei van mijn vroeg op de kop getikte plantjes. Nu ik potten en bakken gevuld heb kan ik met gerust hart mijn paradijselijke achterom verrijken met de volop in de knop zittende bonte zomerhelden. Eindelijk de tijd rijp om de bloemetjes buiten te zetten.

vrijdag 4 mei 2012

Ziel

Kunst, ziel, waarheid. Moeilijk te vatten begrippen die louter toegankelijk lijken voor doorgewinterde stoffige figuren met witte baarden. Zweverige wetenschappers die denken de moeder van alle wetenschappen te vertegenwoordigen: filosofie. Ik schoof enige weken geleden aan in de plaatselijke bibliotheek om deel te nemen aan een zogenaamd Socratisch gesprek met de ziel als thema. Moeilijker kan ik het niet maken!?
Tijdens het gesprek schotelden de deelnemers elkaar een rijk palet aan boeiende meningen en ervaringen voor die alle terug te voeren waren op het centrale thema. Eén man had mijn speciale aandacht. Hij legde een verband tussen prachtige muziek en de ontroering die dit bij de luisteraar teweegbrengt. Is hier de ziel aan het werk?
Met deze vraag betrad ik enige dagen later een concerthal. Een groep gelouterde musici bracht een keur aan technische hoogstandjes ten gehore. IJverig ingestudeerd, de partituur hing overduidelijk in de lucht. Monotone maten meegezongen, de solo’s perfect afgemeten. Met de Socratische exercitie in gedachten interpreteerde ik: iedereen kan muziek maken met Ravensburger. Technisch méér dan aan de maat, maar er ontbrak iets.
Een dag later bezocht ik een expositie waar provinciale kunstenaars hun werk tentoonstelden. Een beeldhouwer hield een toespraak die de aanwezigen niet bijster kon boeien. Dit lag aan de spraakkunst van de spreker die blijk gaf beter met klei te kunnen boetseren dan met woorden. Maar de strekking van zijn betoog vlamde wel. De man straalde enthousiasme uit, hij trok mijn aandacht. In combinatie met het Socratisch gesprek en het muzikale uitje kom ik voor mezelf tot de volgende slotsom: techniek zonder ziel is een kunstje, alleen het toelaten van de ziel leidt tot ware kunst.