donderdag 26 januari 2012

Ergernis


Schreef ik enige tijd geleden dat het nieuwe jaar ons een prachtige schone lei geeft omdat we bevrijd zijn van tradities en wat zie ik nu? Het straatbeeld is nu al vroeg bont en blauw gekleurd. Juist ja, slingers en carnavalsmaskers. De mensen hangen weken te vroeg uitbundig de clown uit. Om me groen en geel aan te ergeren!
Er gaat geen dag voorbij of irritatie en boosheid voeren de boventoon. In ons dichtbevolkte land zijn er aanleidingen genoeg. In de trein waar mensen hun aanwezigheid luidkeels onderstrepen. Op de stoep waar de tegels dampend bevuild worden door de trouwe viervoeters. En zeker niet in het minst, op de weg waar beheerst ruim baan gunnende bestuurders voortdurend in het vaarwater gezeten worden door bumperklevers en inhaalmalloten. Op de valreep nog even een autootje meenemen alvorens op de uitvoegstrook aan te sturen. Wegpiraten in een vehikel met vier ringen.
Natuurlijk gebeurt het ook regelmatig dat ik zelf de oorzaak ben van mijn ergernis. Als ik in mijn eigen vingers heb gesneden, als ik een domme fout heb gemaakt of omdat ik niet op de naam van het een of ander kan komen. Dat is de ware ergernis, louter en alleen omdat het volledig aan mezelf te wijten is.
Die andere ergernis vind ik ondertussen stiekem eigenlijk best wel lekker. Ergeren aan anderen houdt in dat ik mijn eigen sukkeligheid verzwak door het te projecteren op het irritante gedrag van die anderen. Mijn tekortkomingen verdwijnen als sneeuw voor de zon, ten koste van de feilbare medemens. Het betreft aldus een vorm van psychologisch parasiteren. O, wat is het toch heerlijk me te ergeren aan anderen!

vrijdag 13 januari 2012

Non-informatie

In een krant las ik enige dagen geleden het bericht dat uit een wetenschappelijk onderzoek onder mannen van boven de 70 is gebleken dat een hogere wandelsnelheid meer kans biedt op een langer leven. Heren die sneller dan vijf kilometer per uur lopen, zijn doorgaans vijf jaar later nog in leven. De leeftijdgenoten die onder de drie kilometer blijven steken, hebben een geringe kans het komende lustrum te overleven, aldus het onderzoek. Ik ben zo vrij te vertalen: mensen die met een normale snelheid kunnen wandelen, zijn gezonder dan mensen die dat niet meer kunnen. Opzienbarend!
Als ik zo’n bericht lees, voel ik me in eerste instantie in de maling genomen. Ik kijk stiekem om me heen of niemand me betrapt heeft. Maar het schaamrood maakt al snel plaats voor verbazing. Ik zie de onderzoekers al helemaal voor me. Brieven schrijven naar vitale senioren. Kandidaten rekruteren die het gezegde ‘hardlopers zijn allerminst doodlopers’ van harte ondersteunen. Bellen met kreupelen die wel willen maar niet meer kunnen. Ik zie de geldbronnen voor wetenschappelijk onderzoek wereldwijd opdrogen. Recessie, geen geld meer voor klimaatonderzoek. Geen trek meer in deeltjesversnellers. Geen interesse in rekenkundige methodes die onze economie weer tot leven kunnen wekken. Maar vanaf nu weten we: gezonde mensen hebben een grotere kans langer te leven. Leve het wetenschappelijk onderzoek!
Overigens: wist u dat mensen die roken gemiddeld een grotere longinhoud hebben dan mensen die niet roken? Ik leid dit af uit het gegeven dat kinderen doorgaans niet roken, maar wel een kleine longcapaciteit hebben. Conclusie?
Wetenschappelijk onderzoek en non-informatie: Ik wandel zes kilometer per uur en rook niet. Boeiende gegevens. Dat u het alvast maar weet!

maandag 9 januari 2012

Kamp tegen werkloosheid

In ons land is het aantal banen kleiner dan het aantal mensen die werken kunnen.
Als gevolg daarvan is er werkloosheid.
Een maatschappelijk probleem waarvoor we een rijk palet aan oplossingen hebben.
- We zorgen voor meer werk.
- We herverdelen het bestaande werk.
- We her- en bijscholen de werklozen.
- We stimuleren alle partijen die betrokken zijn.
- We honoreren alle partijen die inspanningen leveren het probleem op te lossen.
Een werkwijze die samenhang bevordert.
Een werkwijze die resultaat oplevert.
Een sociaal plan.

Onze minister van Sociale zaken heeft een eendimensionale visie.
De oplossing van de werkloosheid ligt uitsluitend bij de werkloze.
Als een werkloze wil, vindt hij werk.
We verplichten hem te willen, dan vindt hij ook werk.
Volgens de minister is een werkloze een persoon die lui is.
Een persoon die we moeten straffen om zijn luiheid.
Als we dat doen, wil hij werken.
Daarmee is het probleem opgelost.
Maar het werkt het niet.
Deze eendimensionale kamp tegen werkloosheid.






Was het maar zo eenvoudig.
Was het maar uitsluitend een kwestie van wil.
Dan had ik al duizend banen gehad.
En waarschijnlijk nog meer!