zondag 30 december 2012

Mattenklopper


 
Een voorwerp uit vervlogen tijd. Een simpel attribuut dat in de schuur achteraf aan een haakje wachtte tot zijn tijd aangebroken was: de grote schoonmaak in het voorjaar. Het hele huis werd aan een minutieuze oplapbeurt onderworpen. Alle meubelstukken werden verplaatst, de vloerkleden naar buiten gesleept en de emmers met sop gevuld. De kleden werden over muurtjes of geïmproviseerde rekjes gedrapeerd om door de mattenklopper stevig onderhanden genomen te worden. Stofwolken verjoegen spoedig de prille lentelucht.
Wellicht geïnspireerd door deze daad van hardhandig geweld gebruikte mijn moeder de rieten mepper ook als scherprechter om onze kinderruzies te beslechten. In woorden dan, want meestal kwam het niet verder dan een dreigement, hetgeen danig op onze lachspieren werkte. De ruzie alsnog via een omweg gesmoord.
In mijn jeugdjaren greep een satirisch duo het multifunctionele huishoudvoorwerp aan als symbool voor hun boodschap van eenvoud. Het Simplisties Verbond was een feit. Zo blijkt  maar weer waar een klein voorwerp groot in kan zijn.
De mattenklopper, object vervliegend in vergetelheid. Moderne huishoudens beschikken over krachtiger instrumenten om het stof te weren. Bovendien is de voltijd huismoeder een zeldzaam fenomeen evenals de grote schoonmaak. In onze snelle tijd is geen plaats meer voor eenvoud en geduld. En daarmee is het multifunctionele rieten huishoudobject van het toneel verdwenen.
De mattenklopper, voorwerp uit het verleden, is verworden dan wel verheven tot museumstuk. Onlangs vertoefde ik in het regionale ontdekcentrum, het museum voor wetenschap, industrie en samenleving. In de afdeling waar huishoudelijke apparaten staan tentoongesteld wees een meisje vol verwondering naar het alhier beschreven voorwerp en sprak haar grootmoeder aan met de volgende veelzeggende woorden: ‘Oma, wat hadden de vliegenmeppers vroeger grote gaten!’

zaterdag 15 december 2012

Scherven



Ambachtelijk bezig zijn, ik had nooit gedacht dat het mij zou passen. Gezegend met twee gezonde linkerhanden waagde ik ruim een jaar geleden de stap en zette voet in het atelier van een glasmeester. Gewoon voor de lol wat stoeien met glas in lood. Met trillende hand pakte ik het mes vast en sneed mijn eerste stukje glas. Ik kon het!
Ambachtelijk bezig zijn, ik beleefde er plezier aan en onder mijn handen verschenen spoedig de eerste werkstukjes. Mijn rechterhand was zowaar in de juiste stand gedraaid.
Aanvankelijk nog een maatje te klein voor eigen ontwerp deed ik routine op met rechte lijnen en ronde vormen. Eenmaal deze bescheiden oefeningen gepasseerd ontwierp ik mijn eerste ramen, werkte ze met steeds vastere hand uit en ruilde saaie deurraampjes in voor mijn eigen kleurrijke glazen schilderijtjes. In huis ontdekte ik mogelijkheden mijn nieuwe liefhebberij bont te laten stralen in het licht van alledag. Op zoek naar inspirerende ramen liep ik door straten, langs huizen, kapellen en kerken. Ideeën borrelden op en ik trok de stoute schoenen aan. Ik droomde van ambitieuze projecten, werkte ze uit en overlegde met mijn meester. Ging bij hem op bezoek en hij stelde prachtig mondgeblazen glas op. Kostbare glasplaten vulden het atelier. Ik zag mijn nieuwe werkstuk al helder voor mijn geestesoog verschijnen en in mijn enthousiasme zette ik een onverhoedse stap. O schrik!
Met mijn schoenmaat achtenveertig raakte ik net even de rand van het glas. Een oorverdovend geluid later werd de schade pijnlijk zichtbaar. Letterlijk een maatje te groot maak ik nu even pas op de plaats. Maar ga spoedig vol vertrouwen verder. Want ik weet: scherven brengen geluk.

donderdag 6 december 2012

Grens


De schooljongen trapt een balletje op het veldje achterom. Hij knalt als een Van der Kuijlen op doel, veegt gelijk een Van Beveren het hok schoon en haalt met patent Van Hanegem effectief kromme streken uit. Het zijn de speelse jaren zeventig, de hoogtijdagen van Cruijff en Neeskens. Voetbal als leuk tijdverdrijf voor gezonde kwajongens.
Deze kleine jongen is groot geworden, de tijden zijn veranderd. Terwijl volkssport nummer een zich steviger dan ooit nestelt in de samenleving, krijgt hij belangstelling voor totaal andere zaken. De laatste voetbalwedstrijd die hij ziet is de finale van het wereldkampioenschap van landenteams. De wedstrijd waarin een potige Oranjespeler zijn noppen stevig in de borst van een Spaanse voetbalheld priemt. Enige tijd later stelt de kersverse bondscoach een assistent aan, een voetbalheld van de jaren negentig die na zijn botsing met Vrouwe Justitia ternauwernood de dans ontsprong. De rolmodellen van weleer zijn ingeruild voor lieden die ver voorbij de balkenendenorm hun eigen grenzen stellen.
Het gevolg is dat jonge honden op het veld de grens van het toelaatbare ruimschoots overschrijden en onbesuisd eigen rechter spelen. Tot de dood erop volgt.
Het maakt heel wat los in de maatschappij. De media grijpen het aan om pagina’s en programma’s te vullen. De voetbalbond komt met een verklaring. Enige heren verschijnen voor een kleurrijk bord vol met reclame-uitingen. Piëteit is zoek, geen zwart doek voor het scherm. De geldschieters moeten immers gediend worden en om dit te onderstrepen besluit de bond alleen amateurwedstrijden af te gelasten. Het professionele voetbal gedoogt slechts één luttel minuutje stilte. Grenzeloos ongepast, voor mij de definitieve doodsteek voor deze sport. Deze jongen heeft totaal niets meer met voetbal.

donderdag 22 november 2012

Verstand

Nu ik de magische grens van vijftig gepasseerd ben, mag ik stiekem hopen dat de jaren van het verstand gekomen zijn. Maar ik word al snel pijnlijk met de neus op de feiten gedrukt. Tijdens het happen in een onnozel gerechtje kraakt er iets hards tussen mijn kiezen. Kan niets anders dan het allerachterste exemplaar zijn dat al sinds geruime tijd niet meer lekker in zijn vel zit. Dat wil zeggen, met het puntje van mijn tong voel ik waar het ongerief vandaan komt. En alsof de duivel ermee speelt begint het na enige dagen te zeuren. Ik consulteer mijn tandarts en maak een afspraak. Een geruststellend idee, geen centje pijn.
Als ik in de stoel naast de vervaarlijke boren zit, borrelt er plots een doemscenario op. Een woest ploeterende kaakchirurg verschijnt voor mijn geestesoog. Ik word een tikkeltje nerveus, maar gelukkig komt spoedig de bevrijding. De tandarts inspecteert het ongerief en verklaart enthousiast dat de rotzak eigenhandig verwijderd kan worden. Ik laat snel het achterste van mijn tong zien en maak ruim baan voor tang, beitel, hamer, sikkel en wat kies meer zij. Na flink wat trek- en duwwerk geeft de boosdoener de geest. Dat had ik althans gehoopt, de wortel van het kwaad zit nog stevig op zijn plaats. Na nog een kwartiertje sjorren – ‘Geef mij even de tandvleesschaar!’ – staakt het tandheelkundige team de bloederige strijd. Ik krijg alsnog het vooruitzicht van de kaakchirurg voorgeschoteld, doch bedank vriendelijk voor de eer. Ik zie er geen gat in, keer met het verstand op nul huiswaarts, slik een gezonde dosis pijnstillers en zoek de frisse buitenlucht op. Even een ommetje maken… op mijn tandvlees.

donderdag 15 november 2012

Schaken



Jan Timman in de Parkstad. De schaakgrootmeester was in onze regio om een lezing te geven over de werking van het brein van denksportreuzen. Helaas heb ik de gelegenheid niet kunnen benutten, ik had reeds andere verplichtingen. Als liefhebber van hersenkrakers, kaart- en bordspelen had ik onze topschaker graag aan het woord gehoord. Al was het alleen maar om nostalgische redenen. Ik herinner me nog goed zijn roemruchte eindspel tegen Velimirovic in het kandidatentoernooi van 1979. Het hield denksportminnend Nederland in de ban. Zou onze nationale troef de uitdager van wereldkampioen Karpov worden?
In de jaren zeventig stond het schaken symbool voor de koude oorlog. Hoogtepunt in deze strijd vormde onbetwist het opzienbarende treffen tussen de degelijke Sovjetspeler Spasski en de meer dan excentrieke eenling Fischer. Na het vertrek van de Amerikaan uit de schaakwereld nam Timman het stokje over en was gedurende een korte periode de beste van het Westen.
Na de val van de muur is het schaken allengs naar de achtergrond verdwenen. De fysieke sporten werden meer en meer geschaakt door de commercie en de aandacht van de media voor de denksporten in het algemeen en het schaken in het bijzonder verslapte. Ook de intrede van de computerspelletjes heeft de ouderwetse hersengymnastiek met een vuist vol kaarten of achter een bord vol stukken geen goed gedaan. De spelletjes worden steeds stoffiger, de beoefenaren raken op leeftijd. Binnenkort nog louter pure bejaardensoosnostalgie. ‘Opa, eerst je bord leeg, daarna mag je een partijtje.’
De naam van het nobele spel der vierenzestig velden zal bij het grote publiek binnenkort alleen nog maar klinken als een Nederlandse voetbalinternational het veld betreedt. Juist ja, Ruben Schaken.

donderdag 8 november 2012

Knoppen


Aan de knoppen zitten. Een prachtig beeld natuurlijk en een dito metafoor om het fenomeen regeren te duiden. Na de verkiezingen sloegen knappe koppen snel de handen ineen, overbrugden met speels gemak de ideologische kloof om vervolgens gezamenlijk bij de knoppen aan te belanden: het grote regelpaneel van waarachter het land bestuurd kan worden. Maar naar mijn smaak zitten te veel mensen aan de knoppen, dat wil zeggen, hanteren te veel mensen deze uitspraak. En van gewoon aan de knoppen zitten, begint men plots aan alles te draaien wat los en vast zit. De regering zit eraan, de oppositie wil eraan en wij moeten eraan geloven. Maar het is wel onze eigen democratische keuze.
Het nieuwe regeren is de bevolking allerminst een zorg. Mediarekenmeesters wrijven zout in de open wonde en sommeren de bevolking op hun tellen te passen. De start is vals, klaagt zowel de voormalige alsook de popelende knoppendraaier. Naar hun mening slaat het compromis van het verse kabinet een gapende kloof in plaats van een stevige brug. Er komen procenten bij, maar er gaan vooral veel procenten af. Hardwerkende medelanders worden in de kou gezet. Reparatiewerkzaamheden zijn noodzakelijk om het broze akkoord overeind te houden. Maar het ideologische verschil tussen beide regeringspartijen biedt allerminst zicht op simpel herstel. Om het treffend in beeld te vangen: de knoppen zijn geïnstalleerd, maar de een wil linksom en de ander rechtsom draaien. Een netelige situatie.
De verdeeldheid wordt aldus gedemonstreerd. Linksdraaiende en rechtsdraaiende knoppen. Het bezorgde electoraat slaat de schrik koud om het hart. Men koos een verdeelde ploeg achter de knoppen en men vreest dat het land spoedig naar de spreekwoordelijke knoppen gaat.

zondag 4 november 2012

Mosterd


Achttienduizend tweehonderd-drieënzestig dagen. Een willekeurig getal. Vertalen we dit naar jaren, dan rolt er precies vijftig uit. Vandaag maak ik beide reeksen vol en vier het feit dat ik precies een halve eeuw geleden in de wieg werd gelegd voor dit aardse bestaan. Niets bijzonders natuurlijk, leefden we bijvoorbeeld op Mars, dan was ik nu ruim zevenentwintig jaar.
Verjaardagen zijn vooral leuk voor kinderen. Cadeaus, partijtjes gelardeerd met lekkernijen. Nu zijn het markeringspunten om even stil te staan en vooruit te blikken. Voor vandaag geldt een gezellig samenzijn in kleine kring. Ik vind grote verjaarsfeesten vooral leuk als anderen het varken zijn, ik geniet op afstand in stilte mee. Ben ik zelf het middelpunt, dan graag op bescheiden schaal.
Vijftig klonk in mijn jeugd altijd zo vreselijk oud. Ik herinner me nog goed toen mijn vader deze mijlpaal bereikte. Volkomen afgeschreven, zo luidde mijn oordeel. Nu pas ik deze onbezonnen houding van toen toe op mijn huidige zijn. Afgeschreven? Economisch misschien wel, maar menselijk allerminst. Volop prettige zaken in het leven van alledag voorhanden om energiek te bruisen, nog allerminst de krasse knar waarmee een illuster tv-duo enige decennia geleden de vijftigplusser placht weg te zetten.
Ik heb afgelopen middernacht mijn verjaardag samen met mijn broer ingeluid. Hij verjaart ook, maar ligt precies driehonderdvijfenzestig dagen voor. Een heel jaar maar liefst, hij betreedt telkens verkennend mijn voorland. Ik gun hem dat van harte en drink in zijn schaduw vrolijk op de toekomst. En misschien drinkt u feestelijk mee. Indien u deze tekst een dag later leest, weet dat ik nog lang niet jarig ben. En u mijn verhaal als mosterd na de maaltijd kunt genieten.

dinsdag 30 oktober 2012

Verkiezingsbeloften


Afgelopen week presenteerden de partijleiders van de twee grootste partijen het nieuwe regeerakkoord onder de noemer bruggen slaan. Meteen klaagt het teleurgestelde electoraat steen en been en beticht het duo Rutte en Samsom van het breken van beloften. Ten onrechte.
In september koos men rijkelijk voor de VVD mede om links uit het torentje te houden en stemde men massaal op de PvdA deels bedoeld om de rechtse premier een poets te bakken. Welnu, het resultaat is dat beide partijen de verkiezingen wonnen. Beide partijen haalden gezamenlijk een meerderheid, de partijleiders namen het mandaat serieus en gingen voortvarend aan de slag. In knap twee maanden presenteren zij een regering waarbij beide participanten een brug slaan en elkaar ruim baan gunnen. Winst en verlies, liberaal beleid naast sociaal-democratisch gedachtegoed. Een compromis, zoals dat in ons meerpartijensysteem nu eenmaal gebruikelijk is. Met voor elke partij de helft van de programmapunten duidelijk herkenbaar in het uitgestippelde akkoord. Liberaal snijden en de pijn sociaal-democratisch eerlijk verdelen. Beloften worden aldus ingelost, ze komen voort uit de verkiezingsuitslag die de Nederlander zelf heeft gerealiseerd. We krijgen de regering die we wensen en die we verdienen. Dat noemen we democratie.

vrijdag 26 oktober 2012

Supersnoep

Soms lees ik berichten in de krant die spontaan op mijn lachspieren werken. Helemaal humoristisch als het artikel beoogt heel serieus een gevaar te bespreken. Zoals het geval was afgelopen week. Bij een foto van een toilet met een groen kwakje bacteriebestrijdend fris op de rand las ik de tekst dat kinderen dit kleurrijke fenomeen als een superwinegum zien en stevig hun tandjes in de gewenste lekkernij zetten. Om vervolgens via 112 een twee drie in het medische circuit te belanden.
In onze overgereguleerde maakbare samenleving is niets veilig meer. Het doorschieten van de veiligheid: zo verhaalde ik ooit over de kale wipkipplekken die nu de moderne speeltuin vormen en over de landschapsvervuilende hekken langs de spoorbaan. Ook in onze huizen ontkomen we niet aan de veiligheidswaan van de grote broer die overal gevaaruitbannend munt slaat uit het vermeende ongerief. Nieuwsmakers smaken het genoegen in geur en kleur te waarschuwen. Voor mij kunnen ze allemaal de pot op.
Kleine kinderen hebben amper tandjes of ze worden overstelpt met de zoete geur en kleffe smaak van plakkerig spul. Snoepresten kleven om de kleine mondjes, de kaakjes bewegen driftig op en neer. Als liefhebber van hartig snoepgoed heb ik dit beeld nooit erg plezierig gevonden. Eigenlijk was het me altijd worst, maar als ik dan zo’n superwinegumartikel lees, dan komt er een soort genoegdoening voorbij. Het kroost van de veiligheidsmaniakken verschalkt door een grote snoep. Voor een seconde houd ik het beeld vast, dan heb ik weer schoon genoeg van het gezeur. Ik sla de krant dicht en poets de plaat. En waan me veilig in een wereld waar ik autonoom met beide benen op de grond sta.

woensdag 17 oktober 2012

Sprong


Een waaghals met een bokkensprong. Zo is mijn eerste impuls als ik verneem van de riskante recordpoging van de Oostenrijkse hemelpiloot. Het doet mij denken aan het vermetele avontuur van mijn zoon die een jaar geleden het luchtruim koos om – buiten medeweten van zijn moeder – uit een vliegtuig te springen. De zucht naar avontuur als drijfveer. In vrije val de grootsheid van het bestaan glorieus genieten.
Even later verneem ik in de media het ambitieuze plan van een Nederlandse ondernemer om mensen warm te laten lopen voor een enkeltje Mars. Buiten de bekende grote ruimtevaartorganisaties om zelfstandig timmeren aan de weg richting rode planeet. Ruim baan in krant en op tv voor zijn gedurfde project. Ik lees en luister vol verwondering. Over ruim tien jaar vertrekt het eerste kwartet om nimmer terug te keren op aarde. ‘Genoeg mensen die zich aanmelden’, zo verzekert de initiatiefnemer enthousiast.
Gekken of helden? Zou u het durven? Zou u het willen? Ik in ieder geval niet! Ik blijf liever zitten waar ik zit en wentel me tevreden in ons aloude en vertrouwde ondermaanse. Maar ik realiseer me ook dat zonder het lef van de avonturier de bergen altijd te hoog zullen zijn, de zeeën te diep en de weg naar de maan niet te begaan. Zonder de heldhaftigheid van de ontdekkers van het verleden zouden we niet zijn waar we nu zijn: de moderne tijd waar het onmogelijke van toen het gemeengoed van nu is. Vandaar dat ik belangstellend kijk naar de verrichtingen van parachutespringers en astronauten. Als toeschouwer geboeid blijf kijken naar elke grote sprong voor de mensheid. Enkel weggelegd voor mensen met veel in hun mars.

vrijdag 5 oktober 2012

Scheuren

Het zijn moeilijke tijden voor de bouw. Inderdaad, zult u beamen, de wereldwijde crisis heeft de bedrijfstak meegesleurd in een neerwaartse beweging: huizen zijn minder waard en er wordt aanmerkelijk minder gebouwd. Maar ik bedoel iets heel anders en zet een verhaal in de steigers over de nationale en bovenal provinciale bouw. Want na het instorten van het Maastrichtse balkon, het dreigende analoge onheil in Brunssum, het krakende parkeerdek in Almere en het wiebelende glazenwassersbakje in het Utrechtse gebouw van Rijkswaterstaat schudt nu weer de Parkstad op haar grondvesten en moet men de poort van een prestigieus nieuw gebouw uit veiligheidsoverwegingen sluiten. Het lijkt het moderne loon van de angst te zijn, zo haal ik het Heerlense drama van vorig jaar erbij. Allemaal kommer en kwel met nieuwbouw en renovatie; zo deed het onlangs gevonden asbest op Kanaleneiland zelfs landelijk veel stof opwaaien.
Nu is het de beurt aan Kerkraadse bouwmeesters om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Nadat technische controleurs de proef op de som hadden genomen, nam de burgervader van het mijnwerkersstadje zijn verantwoordelijkheid. De scholieren moeten uitwijken en bouwen nu op een alternatieve locatie verder aan hun glorieuze toekomst.
Onderhand heb ik schoon genoeg van deze moderne dominostenen. Ik als argeloze burger op veilige afstand vraag me dan af: wat is er aan de hand met de Kerkraadse Campus? Is het gebouw soms ondermijnd door het verleden? Of is het mogelijk de lelijkheid van de moderne vormgeving waardoor het materiaal spontaan barst? Of is de eigentijdse uitvoering van het ontwerp te fragiel? Wie zal het zeggen? Als het niet zo triest was, zouden we ons om zoveel bouwkundige broosheid kolossaal bescheuren.

vrijdag 28 september 2012

Haren

Wat is het leven een feest. In tijden van massale communicatie leidt een verkeerde computerinstelling tot een even massale uitnodiging. In een Gronings dorp vergist een argeloze bakvis zich en werpt een spierinkje uit. De media krijgen er lucht van en storten zich als hongerige piranha’s op het aas. Het ingeslapen dorp ontwaakt spoedig, het tij blijkt niet te keren. Hordes belhamels, vlegels en schelmen vinden de weg naar het in aller haast geannuleerde feest. De gemeente doet niets, behalve een peloton mobiele eenheid inzetten. Het loopt uit de hand, het resultaat is bekend.
In terugblik komt de suggestie dat men in allerijl een optreden had moeten organiseren om de potentiële relschoppers op andere gedachten te brengen. Ik stel het me voor: een Rolling Stones-coverband die het nummer Street Fighting Man ten gehore brengt in een sussende Nederlandse versie: ‘Want in het dromerige dorp is geen plaats voor onruststokers en straatvechters.’ Nog aantrekkelijker Normaal met een variatie op de aloude meezinger Oerend Hard: ‘Gezellig feesten dat deden ze nooit, dat vonden ze toch maar tied verknooid, Kevin op z’n scooter en Wesley aan de xtc.’
Er staat een feestje op het programma en de sensatiebeluste media ruiken onraad. Het fenomeen is ook in de Parkstad bekend. Wie herinnert zich nog Mart Smeets in de Kerkraadse Nieuwstraat voorafgaand aan een voetbalpartijtje tegen onze Oosterburen? ‘De spanning hangt in de lucht’, oreerde hij tijdens de stilte voor de storm. Het gevolg was een massale vechtpartij waarbij de grens van het betamelijke ruimschoots werd overschreden. Het lijkt welhaast dat koortsachtige preventie van onheil dit onheil juist provoceert. In plaats van feest vliegen mensen elkaar in de haren.

vrijdag 14 september 2012

Tweestrijd


Na de Tweede Kamerverkiezingen van afgelopen woensdag is het politieke landschap een tikkeltje veranderd. Hoewel de tweestrijd tussen de grootste partijen een vrijwel exacte kopie bleek van de verkiezingen van 2010, heeft er toch een kentering plaatsgevonden. Het populisme op links is tot staan gebracht en dat op rechts is zelfs duidelijk de mond gesnoerd. Het rode potlood heeft het politieke landschap scherp verdeeld tussen links en rechts. Liberaal kapitaal versus sociaal verhaal, bezuiniging contra subsidie, het individu centraal dan wel op basis van solidariteit. Twee machtige blokken aan beide zijden van het spectrum met daartussenin wat kruimels. De ironie wil dat het duel tussen Rutte en Samsom leidt tot een twee-eenheid, omdat de politieke kemphanen tot elkaar veroordeeld zijn, want ze kunnen nu eenmaal niet zonder elkaar een regering vormen. Dat klinkt best interessant, liefhebbers van het polderen kunnen weer snel aan de slag met hun zalvende woorden. Maar ik denk dat de grote verschillen tussen beide blokken op de lange termijn onverenigbaar blijken en het met veel pijn en moeite geformeerde kabinet spoedig zal barsten.
Met een dergelijke verhouding tussen de partijen is de vraag aan de orde of het politieke bestel niet beter af is met een overzichtelijk tweepartijenstelsel. Dit heeft voordelen, want telkens een regeerbare meerderheid, maar ook nadelen, immers, de kleurrijke veelzijdigheid verdwijnt. Nu het electoraat wordt gedomineerd door de strategische stemmer die zijn eigen idealen wenst te verkwanselen aan de tweestrijd om de macht, is de vraag naar de houdbaarheid van het bestel beslist relevant. Want in de huidige situatie laat het vervolg zich niet moeilijk raden. Over twee jaar nemen we weer het rode potlood ter hand.

vrijdag 31 augustus 2012

Duivelsbosch

Op een rustige namiddag loop ik tijdens een van mijn wandelingen langs de muur van het eeuwenoude katholieke complex in onze Parkstad. Voor mij kuiert een viertal druk in gesprek gewikkelde wandelaars. Plots duikt tussen hen een wielrenner tevoorschijn. Als een duveltje uit een doosje sprint deze sportieve senior soepel bergop, zijn conditie opkrikkend dan wel trainend voor een of ander veteranenevenement.
Ik was het even vergeten, maar sinds het Nederlands wielerkampioenschap heeft onze regio een geasfalteerd bospad erbij. Waar vroeger sportiviteit in het bosquet Rolduc louter bestond uit rondjes rennen door middelbare scholieren tijdens gymles, heeft men dit nu uitgebreid met een professionele activiteit op het hoogste nationale niveau. De nieuw gecreëerde col fungeert sinds deze zomer als scherprechter voor de goed getrainde renner. Passend Duivelsbosch gedoopt om te dienen als diabolische kuitenbijter voor de strijdlustige rijder tijdens de grote finale.
Ik vind het contrast prachtig. Het heilige oord getransformeerd tot het profane parcours van de bokkenpoot. Als een heer op kop, een biefstuk in je kruis en met de duivel op je hielen.
Tijdens het lopen moet ik ineens denken aan een voormalig politiek leider van het CDA. Dries van Agt droeg zijn geloof uit, ook op de fiets. Want hij was een liefhebber van de katholieke volkssport bij uitstek: het wielrennen.
Ik herinner me in het bijzonder een uitspraak van hem waarvan de betekenis nu volledig duidelijk wordt. Want reeds in de jaren zeventig moest hij geweten hebben hoe zwaar het trappen langs het complex zou moeten zijn. Maar als volleerd fietser was hij toen al wars van vrees voor deze helse klim. Getuige zijn spreuk: ‘Voor de duvel niet bang!’

vrijdag 17 augustus 2012

Mediacircus


'Senk joe!'
Is weer voorbij die mooie sportzomer. Een lange periode, rijkelijk gevuld met imposant opgezette evenementen, boordevol tragiek en heroïek, opgestuwd door spierkracht en souplesse, uitgebalanceerde creativiteit verkregen uit krachtige trainingsarbeid. De sportkaravaan toog allereerst richting Oost-Europa. In aanloop naar het festijn met de vijf ringen nog even een tennispartijtje ballen op gras en een rondje trappen rond de Eiffeltoren. Alles onder het mom deelnemen is belangrijker dan winnen. Wat hebben we afgezien, wat hebben we genoten. Herinnert U zich alle decepties en successen nog? En vooral het talent van de praatprogrammamakers en hun gasten om alles handen en voeten te geven? Babbelen aan een tafel vol gezellige knabbels en stemmige drankjes, in een tv-studio dan wel sfeervol op locatie? Sport, voor de liefhebber een lange warme zomer waarbij geen enkel detail onbelicht blijft. Voor de mensen die niet van sport maar wel van tv houden een heuse tour de force deze lange periode door te komen. Of hebben zij hun hart kunnen ophalen aan series op herhaling? Of toch eindelijk tijd voor dat ongelezen boek?
Is weer voorbijgevlogen, die sportieve zomer. De tv-studio’s worden weer winters opgetuigd met geijkte programma’s. Ego Mart spoedig ingeruild voor spraakwaterval Matthijs. De bekende series weer vanonder het stof, de vaste programma’s op de vaste tijdstippen. Ondertussen zijn we weer terug op aarde, hebben we familie en kennissen laten delen in onze vakantieavonturen en onze kleurrijke foto’s op facebook geparkeerd. We hebben het werk hervat, de kinderen weer naar school. Het mediacircus richt de komende tijd de aandacht weer volledig op een vergeten fenomeen. De verkiezingscampagne geraakt allengs volop in de schijnwerpers. De avonden worden merkbaar donkerder.

vrijdag 3 augustus 2012

Hiaat

De vakantie is voor ons een gelopen koers. Ik trek even de stoute schoenen aan en verhaal over een hiaat in de organisatie van ons paradijsreisje. En wel eentje met een dubbele bodem. Wat was het geval?
Na enige jaren vakantie dichtbij huis besloten we dit jaar de grenzen van ons geliefde vaderland te overschrijden. Onze dochter had haar oog op Wales laten vallen en wenste een lift naar dit verre oord. Wij vervulden met genoegen en eenmaal aan de overkant van de haringvijver bleven we graag een weekje langer om het in het Verenigd Koninkrijk hogerop te zoeken. Zo was het plan en zo hadden we het geprepareerd. We namen afscheid van onze dochter die de nobele taak had onze bolide ongeschonden van links weer naar rechts te sturen. Ze nam wat overbodige spullen van ons mee naar huis, waaronder mijn ‘gewone’ schoenen. Met the Highlands in het verschiet zou ik het perfect afkunnen met louter stevige wandelschoenen. En daar begon het een beetje te wringen. Voetstoots was ik ervan uitgegaan dat mijn paar nog allerminst sleets was. Na de eerste wandeling begon mijn hak echter reeds los te laten. Ook de stevige stappers van mijn betere helft bleken betere tochten gekend te hebben, want de tand des tijds had ook haar een hak gezet. Ze moest bijna blootsvoets lopen vanwege een halve zool. Even dreigde dat we de wandelingen waarop we ons zo verheugd hadden moesten laten lopen, maar gelukkig hield mijn paar stand en kon mijn reisgenote op reserve vervolgen.
Bij thuiskomst hebben we meteen een besluit genomen: volgend jaar gaan we op dezelfde voet verder. Maar dan wel goed geschoeid.


zaterdag 21 juli 2012

Afvalbeleid

Afgelopen jaarwisseling heb ik na rijp beraad een belangrijk besluit genomen. Want ondanks het gegeven dat ik me gematigd heb tijdens de feesten van de donkere dagen begon de schaal aardig door te slaan, zodat ik me genoodzaakt zag tegen mijn gewoonte in met een goed voornemen het nieuwe jaar te starten. Want was ik in mijn jonge jaren gezond aan de lichte kant, met het verstrijken van de jaren werd ik allengs ongezond rond. Ik nam me voor het tij te keren door iets minder te consumeren en iets meer te bewegen. Ik kreeg het op m’n heupen en onder het mom van de aanhouder wint nam ik iets vaker de benen richting bos. Om het proces te versterken liet ik het royaal opscheppen tijdens de warme hap achterwege en was er na gedane arbeid minder plaats voor de vloeibare boterham. En warempel, na een aarzelende start is mijn tred geleidelijk aan een stuk lichtvoetiger.
We zijn ondertussen ruimschoots aan de zonnige zijde van het jaar beland, hoogste tijd de balans op te maken. Ik kan wel doorgaan tot ik een ons weeg, maar ik heb voor even mijn buik vol van de Spartaanse schema’s. Het is immers vakantietijd en dan mag ik voor even welverdiend de teugels een beetje laten vieren. Feestvreugde beleven met een extra spiesje op de barbecue, aangelengd met een verfrissend zomerse witte, gebrouwen in een bekende wijk. Tevreden achteroverleunen in mijn eigen bloeiende hof van Eden, de handen wrijvend over mijn geslonken buik. Ik overzie de voorbije tijd en bezie wat komen gaat: mijn afvalbeleid slaat aan, ik kan ondertussen weer wenden naar gewichtiger zaken van het leven.

donderdag 19 juli 2012

Dwaallicht


Ik was hem alweer vergeten, maar onlangs was hij weer even in het nieuws. Na twee jaar is hij voorlopig weer vrij, maar mogelijk krijgt zijn vergrijp in hoger beroep toch nog een vervolg, zodat hij nog langer mag zitten. Ik heb het over de waxinelichthoudergooier. Twee jaar brommen voor iets dat het midden houdt tussen een daad van verzet en een schelmenstreek. Een zware straf voor een licht vergrijp, zo is mijn impuls. Ik ben geen jurist, maar iets zegt me dat dit niet klopt. Onevenredig pittig zitten voor zo’n onnozele daad.
In het verleden gold ons land als tolerant, ook als het anti-koninklijke protesten betrof. Zoals bijvoorbeeld in de jaren zestig waar men het sprookjeshuwelijk van onze vorstin ludiek in nevelen hulde. Werk van kabouters. Of waren het provo’s? Tijdgeest, mist bouwen, het hoorde erbij. En bij het huwelijk van onze kroonprins kregen we te maken met een meelbommetje. De onverlaat die het waagde te werpen werd passend gestraft, zo weet ik me te herinneren.
Maar na de laffe aanslag in Apeldoorn sloeg de schrik goed om het hart. Ook de harde schreeuw op de dam heeft geleid tot een luide roep om een stevige aanpak. Het koninklijk gezag heeft eventuele speelsheid bij protest begrijpelijkerwijs uit het oog verloren en duidt alle acties als terreur, moord en doodslag. De monarchie geldt als onaantastbaar instituut, de waxinelichthoudergooier heeft het gemerkt. Ver voorbij de verdraagzaamheid schiet de strengheid door en zitten we naar mijn smaak ietwat op een star dwaalspoor. Vandaar dat ik binnenkort de plaatselijke kerk bezoek en een kaarsje ga branden. Ik houd het bij een bescheiden waxinelichtje. Zonder houder.



zondag 8 juli 2012

Woordliberalisme



Niet doorschuiven maar aanpakken.
Niet aanschuiven maar doorpakken.












De VVD pakt stevig uit.
Afpakken valt te vrezen.
Zoals altijd van de minderbedeelden.
Liberalen in (mantel)pakken.
Inpakken en wegwezen.

vrijdag 29 juni 2012

Zorg

Begin dit jaar heeft het gilde der tandheelkundigen de vrije hand gekregen de tarieven te bepalen met de bedoeling de kosten in de zorg terug te dringen. Een zoveelste stap op weg naar het liberaliseren van de zorgsector werd daarmee bekroond. Het idee erachter is dat de calculerende patiënt logischerwijs kiest voor de weg naar de zuinigste tandarts. In de praktijk werkt dit niet omdat er andere en belangrijkere redenen ten grondslag liggen aan de tandartskeuze. Zo vind ik het bijvoorbeeld prettig geholpen te worden door iemand die mijn tanden kent, iemand die ik kundig vind en vertrouw. Daarnaast ga ik echt geen onderzoek starten naar een schamele euro vulvoordeel of een bescheiden boorkorting. Of tien kilometer reizen om een procentje te besparen.
In het liberale denken tellen deze zwaarwegende argumenten niet, het zijn louter rationele overwegingen met economische grootheden die verrekend worden. De gedachte is dat de noodlijdende tandarts door de marktwerking gedwongen wordt  zijn tarieven te verlagen, wil hij de moordende concurrentie het hoofd kunnen bieden. Nu blijkt een half jaar later precies het tegenovergestelde het geval. Een lucratieve geldbron werd rijkelijk aangeboord, de prijzen zijn gemiddeld met tien procent gestegen. Bevreemdt het U? Mij in ieder geval niet!
Zorg, het hoort wat mij betreft stevig thuis in de collectieve sector. Dit omdat niemand - rijk of arm, jong of oud - zich kan vrijwaren ooit een beroep te moeten doen op zorg. Solidariteit geldt hier als basisverzekering. Nu het project van het vrijgeven van de tandartsprijzen gedoemd is te mislukken, is de weg naar verstandig en kies beleid weer helemaal vrij. De wal heeft het beleid van minister Schippers kordaat gekeerd.

vrijdag 15 juni 2012

Water


Het regent. In onze streken een veelvoorkomend en veel beklaagd verschijnsel. De zon verschuilt zich hoog boven de wolken  en neemt naar onze zin te vaak een vrije dag. Terwijl wij onze vakanties voorbereiden plenst het de ganse dag. De natuur laaft zich volop, maar de bloei houdt zich even in. Ook de zomerkoninkjes laten nog even op zich wachten.
Enige dagen geleden ontvingen we een bericht van het waterbedrijf. ‘Door onderhoudswerkzaamheden moeten wij in onderstaande periode de waterlevering tijdelijk beperken.’ De boodschap is duidelijk. Op de vooravond van de aangekondigde dag laten we de badkuip vollopen, emmers met water vullen aan, potten en pannen staan klaar en koffiezetapparaat en waterkoker zijn ook rijkelijk voorzien. Goed voorbereid leggen we ons te rusten.
Op de aangekondigde dag staan we op en draaien de kraan open. Niets te bekennen, nog geen druppel. Een koude douche houden we niet van, we behelpen ons met de emmer en nemen een schepje met de blote hand. De wasmachine is werkeloos, de afwas stapelt zich op en wacht op betere tijden. Tandenpoetsen is geen probleem, maar even niet de gebruikelijke routine bij de kraan. Strijken: het ijzer vullen met water uit een fles. Een dagje waterimprovisatie. Het is goed te merken welke dingen we zonder nadenken gewoon zijn te doen. Vanzelfsprekend. Er is er niets aan de hand want morgen is het waterbedrijf klaar. We maken ons niet druk en vertrouwen er volledig op dat het water spoedig weer door de leidingen stroomt.
Buiten regent het onophoudelijk door. Droog onder de pannen ervaren we het contrast, we kunnen het prima hebben. Buiten willen we het niet, binnen hebben we het niet. Water.

vrijdag 1 juni 2012

Gat


Werk wordt doorgaans louter met economische termen beschreven. We gaan naar een baas, ook wel werkgever genoemd, we leveren een dienst, ook wel product genoemd en we krijgen daarvoor een financiële vergoeding. We zijn werknemer. Of we ondernemen zelf actie, leveren een dienst of maken een zaak. We brengen ons product voor een bepaalde prijs aan de man. Dat noemen we werk van de zelfstandige, al dan niet zonder personeel.
Zelf ben ik geneigd werk breder te zien en alles wat we doen als werk te beschouwen. Maar veel daarvan is onbezoldigd en telt niet, aldus de econoom. Zo is mantelzorg, ja zelfs huishoudelijk werk geen werk, omdat het niet betaalt.
Nu is de economie, met sleutelwoorden als groei, rendement en consumptie een moderne fetisj. De schoorsteen moet roken. Om de werkgever tegemoet te treden heeft de minister van sociale zaken bedacht dat de actie van de senior - zo noemt men de gepensioneerde medemens teneinde hem te paaien - in rendement moet worden omgezet. Oudere mensen moeten aan de slag, onder gunstige voorwaarden voor de werkgever. Eindeloos tijdelijk onder contract en bij ziekte snel dumpbaar. De jongere senior heeft het nakijken, want aan hem kleven wel de oude bezwaren van in vaste dienst na drie tijdelijke contracten, enzovoort.
Enige jaren geleden sloeg de schrik om het hart van de pensioenspaarder. Er dreigde een gat te ontstaan omdat zijn premie niet voldoende was om zijn beslist duurder wordend seniorenleven te bekostigen. Het zogenaamde pensioengat. Binnenkort is dit woord niet meer actueel. Immers, met het doorwerken van de senior wordt het pensioen opgeheven. En blijft vooral de jongere senior werkloos achter met een groot gat.

donderdag 17 mei 2012

IJsvrij

Fris is het woord dat het beste past bij de lente van dit jaar. Nadat de maand februari onze wateren een lange periode stijf in zijn koude greep hield, hebben we het hele voorjaar permanent het naspel van Koning Winter gevoeld. Daar waar we voorgaande jaren steevast warme en vooral droge april- en meimaanden kenden, is dit jaar fris het woord dat het beste past. De planten reageerden aanvankelijk aarzelend en voorzichtig. Geen probleem, ik ben een geduldig mens. Maar daarentegen wensten de zomerbloeiers van de kweker snel aan de man gebracht te worden. Al enige tijd stond het perkgoed dat ik reeds weken geleden bij de super in de straat goedkoop op de kop had getikt vol ongeduld te wachten in mijn bescheiden maar o zo fijne wintertuin. De zomer kondigde zich derhalve al nadrukkelijk aan, maar eerst diende ik af te rekenen met de strenge heren Mamertus, Pancratius, Servatius & Bonifacius. Deze zogenaamde ijsheiligen kunnen doorgaans met speels gemak als een vorst heersen over de meidagen elf, twaalf, dertien en veertien. Zeker in dit kille voorjaar wilde ik graag wachten met het naar buiten treden van mijn zomerse ambities, omdat deze lente het risico levensgroot was dat de nachtelijke koude bitter zou toeslaan. Maar nu hun dagen geteld zijn, hebben we eindelijk het lang verbeide ijsvrij. Mijn tuin geeft zijn ruimte rijkelijk prijs voor de uitbundige groei en bloei van mijn vroeg op de kop getikte plantjes. Nu ik potten en bakken gevuld heb kan ik met gerust hart mijn paradijselijke achterom verrijken met de volop in de knop zittende bonte zomerhelden. Eindelijk de tijd rijp om de bloemetjes buiten te zetten.

vrijdag 4 mei 2012

Ziel

Kunst, ziel, waarheid. Moeilijk te vatten begrippen die louter toegankelijk lijken voor doorgewinterde stoffige figuren met witte baarden. Zweverige wetenschappers die denken de moeder van alle wetenschappen te vertegenwoordigen: filosofie. Ik schoof enige weken geleden aan in de plaatselijke bibliotheek om deel te nemen aan een zogenaamd Socratisch gesprek met de ziel als thema. Moeilijker kan ik het niet maken!?
Tijdens het gesprek schotelden de deelnemers elkaar een rijk palet aan boeiende meningen en ervaringen voor die alle terug te voeren waren op het centrale thema. Eén man had mijn speciale aandacht. Hij legde een verband tussen prachtige muziek en de ontroering die dit bij de luisteraar teweegbrengt. Is hier de ziel aan het werk?
Met deze vraag betrad ik enige dagen later een concerthal. Een groep gelouterde musici bracht een keur aan technische hoogstandjes ten gehore. IJverig ingestudeerd, de partituur hing overduidelijk in de lucht. Monotone maten meegezongen, de solo’s perfect afgemeten. Met de Socratische exercitie in gedachten interpreteerde ik: iedereen kan muziek maken met Ravensburger. Technisch méér dan aan de maat, maar er ontbrak iets.
Een dag later bezocht ik een expositie waar provinciale kunstenaars hun werk tentoonstelden. Een beeldhouwer hield een toespraak die de aanwezigen niet bijster kon boeien. Dit lag aan de spraakkunst van de spreker die blijk gaf beter met klei te kunnen boetseren dan met woorden. Maar de strekking van zijn betoog vlamde wel. De man straalde enthousiasme uit, hij trok mijn aandacht. In combinatie met het Socratisch gesprek en het muzikale uitje kom ik voor mezelf tot de volgende slotsom: techniek zonder ziel is een kunstje, alleen het toelaten van de ziel leidt tot ware kunst.

donderdag 19 april 2012

Vakantiehuisje

Zo nu en dan tijdens een wandeling of gewoon thuis aan de koffie dromen we heerlijk romantisch weg bij het idee van een eigen vakantiehuisje. We genieten in gedachten al van onze blokhut in de Belgische Ardennen of onze datsja in de voormalige DDR. Om over onze stuga in Scandinavië nog maar te zwijgen. Meestentijds boeken we tegen de zomer een goedkoop appartement ergens in ons eigen onvolprezen Nederland en zetten we de droom even aan de kant. We genieten ongestoord van een paar dagen rust en vrijheid.
Voor mensen van blauw bloed gelden hele andere principes. Door het volk op het schild getild ontstijgen zij de droom en maken deze tot werkelijkheid. De globe kan niet groot genoeg wezen, ze zoeken de meest exotische oorden op om het contrast met de gewone stervelingen royaal te onderstrepen. Plannen worden gesmeed om een paradijs te laten verrijzen aan de Afrikaanse oostkust. Helaas voor de beoogd troonopvolger blijkt dit een contrast te groot zodat omgezien moet worden naar een alternatief. In tijden van crisis is het behelpen voor hem. Toch weet hij binnen de grenzen van het toelaatbare het uiterste verschil te demonstreren. Hij blijft op het continent en koopt een complex in het noodlijdende Griekenland. Bescheiden in vergelijk met de Spaanse monarch die de kroon spant. Deze dierenbeschermer krijgt het plots op zijn heupen en waagt het op jacht naar heerszucht zijn pijlen te richten op de nobele olifant.
We nemen dit nieuws tot ons en zijn blij vrij te zijn van dergelijke megalomane nachtmerries. We wentelen ons prinsheerlijk in onze gekoesterde droom. En uiteindelijk zijn wij al met een simpel appartementje de koning te rijk.

donderdag 5 april 2012

Spoorloper

Een woord dat meteen mijn aandacht trekt. Ik zie een reportage over de toename van het aantal spoorlopers in Limburg, ondanks de campagne van ProRail. Misschien wel dankzij, want de aandacht vestigen op een fenomeen brengt mensen op ideeën. Mensen lopen spoor omdat ze denken dat de trein zo gek nog niet is. Die kiest doorgaans voor het snelle rechte pad, maar juridisch blijkt dat de kortste weg langs de rails juist van het rechte pad is.
In mijn jonge jaren heb ik me er vaker aan bezondigd. Ik herinner me dat ik samen met mijn oma eens de snelste weg tussen twee stations heb genomen. Ik telkens omkijken, maar zij had het treinschema juist ingeschat. In de jaren zestig heb ik vaak gefietst langs het spoor. Gebruikelijk, ik woonde op het station en zo was ik makkelijk op weg. Een fietstocht over het smalle pad terwijl de intercity naar het noorden winderig langs je heen denderde. Onverantwoord spannend!
Maar de vlegeljaren liggen achter me. ProRail geeft beveiliging ruim baan en sluit alles af met hekken. Ik begrijp het wel, de machinist schrikt telkens weer van de spoorloper. In potentie een levensmoe mens. Maar zou de suïcidaal die voor het spoor kiest zich laten dwarsbomen door een hekje?
De beveiliging van Nederland schiet naar mijn smaak soms een tikkeltje door. Onze speeltuinen zijn door overijverige veiligheidswaan allang gedegradeerd tot saaie lege rekken en kale wipkipplekken. Nu is de spanning langs het spoor ook al weg. Een hek langs het spoor bederft het uitzicht en vernietigt de romantiek. Waan je je niet in een betuttelende gevangenis dan toch op z’n minst op een dood spoor.


vrijdag 23 maart 2012

Vooruitgang

Op internet kom je af en toe mooie illustraties tegen die op badinerende wijze wijzen op de glorie van de hedendaagse computertechniek. Zo mocht ik afgelopen week achtereenvolgens genieten van een kolossale fantasie-ipad uit 1953, een minuscuul geheugenschijfje van nu versus een blok geheugen van twintig jaar geleden en een leesplankje met louter computervoorbeelden: van apple via bluetooth naar twitter. Lang leve de moderniteit!
Het is prachtig natuurlijk, maar achter de spot van de prenten schuilt een miskenning van de inventiviteit en denkkracht van de mens van weleer. En dan rijst de vraag in hoeverre vooruitgang ook daadwerkelijk vooruitgang is. Want met het nieuwe wordt het oude gemakkelijk vergeten, zoals zo vaak blijkt uit het handschrift van menig digi-adept, met onkunde behept als hij abusievelijk email spelt. Tevreden leunt hij achterover, zich onvoldoende bewust van de grillen van digitale Damocles. Gaat het mis, gaat alles plat. ‘Gansch het raderwerk staat stil als uw machtige arm het wil’, de stakingsoproep aan de spoorman in 1903, nu staakt het spoor als de software niet wil, zoals afgelopen week het geval rondom Amsterdam. Kijk ik naar mezelf, dan zie ik welke kennis ik van vorige generaties heb verzuimd over te nemen. Ik ben niet in staat een lam te slachten, een fietsband te plakken, om nog maar te zwijgen van de vergeten groenten. Wel ben ik nog van de tijd van schaken en dammen, met hun herdersmat en Haarlemmerzet, nu rekenen de kinderen zich met x-box en wii rijk, hun ledematen door rsi verstijfd.
Vooruitgang. Maar alleen op basis van erkenning van de kracht van het verleden. Met een helder onderscheid tussen email en e-mail.

dinsdag 20 maart 2012

Interpretatiekunst

De laatste jaren worden we regelmatig verblijd door documentaires waarin 'classic albums' (nee, geen Mozart, Mahler of Mussorgsky) uit de jaren zestig en zeventig muzikaal uitgebeend worden. En meer dan dat. Praatjes met producenten worden rijkelijk afgewisseld met plaatjes van ploeterende helden. Grijs geworden technici zitten wederom achter grote mengpanelen, ze bedienen begeesterd de knoppen en laten je genieten van alle geheimen van opnemen en mixen. En soms mag je even kijken in de keuken van het ontwerp van de hoes. Zeker als dit ontwerp tot enige opschudding mocht leiden in de jaren van de maak.
Jimi Hendrix’ Electric Ladyland bevat zo’n hoes. Een foto met een verzameling ontklede dames siert de voor- en achterkant van de elpee. Openvouwen en het is dubbel genieten. Meer dan een handvol dames die ook meer dan een handvol te bieden hebben. Nee, zo verzekert de deskundige van weleer, de foto had allerminst de bedoeling erotisch te zijn. Louter een afbeelding ter ondersteuning van de titel, zo interpreteer ik snel, laat liever mijn oren hangen naar de klanken van prachtige nummers zoals Voodoo Chile, 1983 en the Burning of the midnight Lamp.
Een dag later bekijk ik een documentaire over de Wallen. De roemruchte Amsterdamse rode zone die van het gemeentebestuur tot werkbare proporties teruggebracht dient te worden. Ik zie een eigenaar van ramen zijn zaken doen. Hij nodigt de documentairemaker uit in zijn morsige kantoortje. Diverse kalenders, posters en kleinere plaatjes versieren het geheel en verraden dat erotiek het hoofdmotief is. De grootste afbeelding herken ik natuurlijk meteen. Het betreft de hoes van Hendrix’ beroemde dubbelelpee.

vrijdag 9 maart 2012

Woordkeus

Tijdens een korte vakantie in ons land liepen we een winkel binnen gevuld met spullen die andere mensen niet meer nodig hebben. Een type winkel dat we kennen als kringloopwinkel, winkel in tweedehandsspullen of - minder bloemrijk - Rd4-winkel. We werden getroffen door de omschrijving die de zaak zelf aan de spullen gaf: welvaartsrestanten. Een prachtig woord dat de geest prikkelt omdat het een extra betekenis toekent. De taal verstrekt niet een louter prozaïsche naam, het versterkt daarenboven met een waardering. Dit fenomeen komen we op allerlei gebied tegen. We verhevigen, verlevendigen en verzachten graag zaken, feiten en gebeurtenissen. Desgewenst duiden we oorlog als conflict of de voetbalsport als oorlog. We geven gewone zaken een odeur van deftigheid, we gunnen alledaagse dingen meer gewicht, we lenen modern over de grens. Immers, een appartement in een staete of residence verkoopt beter, een interieurverzorgster verdient meer geld en een manager heeft meer macht.
De kracht en pracht van de taal is groot, het is heerlijk met woorden te werken en termen te bedenken. Wie geniet niet van een vloeiende zin, een vrolijk vers of een spitsvondige woordspeling? Maar in handen van onverlaten is taal een geslepen instrument om ons te misleiden. Bijvoorbeeld zoals bij mijn voormalige werkgever waar een ‘task force’ onder de noemer ‘samen sterker’ een fusie aangreep om de personele invulling zuinig op te schudden.
De mooie regio waarin wij wonen stond voorheen bekend onder de naam Oostelijke Mijnstreek. Toen het zwarte goud het onderspit moest delven werd deze naam gretig vervangen door het veel vriendelijker klinkende Parkstad. Hoogste tijd op onze hoede te zijn. Want met park wordt wagenpark bedoeld. En dat kan niet buiten een ring.

woensdag 29 februari 2012

Mediacratie

Afgelopen dagen stond de verhouding tussen politiek en media in de belangstelling. Dit mede naar aanleiding van het terugtreden van Job Cohen. De nieuwsmakers van PowNed glorieerden in eigen ogen omdat een van hun mensen uitstekend in staat bleek de getergde politicus nog verder af te zeiken. Voorwaar een prestatie!
In reactie daarop stelde het duo Tahir en Kinneging het gedrag van groepen als PowNed ter discussie. Ga in op de inhoud, zo stellen zij.
Indien de media ingaan op de inhoud, kunnen zij als waakhond van de democratie dienen. Door mensen die zich in de politiek wagen met irrelevante vragen van de inhoud af te leiden, knaagt de journalist juist aan de wortels van de democratie. Beoordeel politici op hun politieke werk en laat op louter sensatie en uiterlijkheid beluste journalistiek achterwege. Dit vergt natuurlijk wel deskundigheid van de journalist. In dit verband is het opmerkelijk dat de gewraakte PowNed-journalist Castricum afgestudeerd is aan een hogeschool in Zwolle. Juist ja, bij die instelling waar onlangs bleek dat in veel gevallen het journalistieke papiertje ten onrechte werd verstrekt!

vrijdag 24 februari 2012

Beestenboel

Trots als een pauw betrad de Amsterdamse burgemeester Cohen twee jaar geleden de Haagse politieke arena met de bedoeling de taak van premier op zich te nemen. Hoewel het gebalk van de zittende premier abrupt tot een end kwam, kreeg Cohen van de kiezer toch niet de kans op landelijk niveau de boel bijeen te gaan houden en werd veroordeeld tot de oppositie.
Het politieke dier drentelde onwennig door de kamer, overgeleverd aan de hongerige wolven die het makke lammetje wel rauw lustten. De media lieten zich evenmin onbetuigd. In opzet de waakhonden van de democratie, verworden tot de ratten die laag bij de grond aan de poten van het gezag knagen. De nieuweling moest het meteen stevig ontgelden in krant en op tv. Oké, het beste paard struikelt weleens, maar bij Cohen ging dat gezegde al snel niet meer op. Hij bleef onwennig in zijn nieuwe rol. Afgelopen najaar delfde de bedrijfspoedel het onderspit tegen de slinks opererende gedoogpitbull van de overzijde van de kennel. De poedel kon de boel intern niet langer meer bijeenhouden en leidde zichzelf afgelopen week naar de slachtbank. Hij verlaat per direct de Haagse slangenkuil.
De sociaaldemocratische fractie behoeft een nieuwe door de wol geverfde leider. Eentje met een olifantenhuid die de snedige beet van de politieke concurrent kan weerstaan. Op het moment dienen zich drie kandidaten aan. De jonge hond Van Dam, de manenloze leeuw Samsom en de oude vos Plasterk. Zij gaan zich de komende weken fel presenteren en verweren binnen de eigen gekwelde partij. Over enige weken weten we welke rode haan victorie kraait. En zo voorspel ik, spoedig daarna kraait er geen haan meer naar. 

dinsdag 7 februari 2012

Tocht

Er gaat geen nieuws-, praat- of actualiteitenprogramma voorbij of ze hebben het erover. De tocht der tochten, de elf steden verbonden door ijskoude winterse pracht. De Friese raad van elf verzamelt zich, de rayonhoofden steken hun koppen bijeen en houden het hoofd koel. Nog geen mededeling. De nieuwsmakers stampvoeten hun ledematen warm, houden hun poot stijf en dringen aan. ‘Hoe dik is het ijs? Welke dag? Hoeveel procent kans?’ Komt het er na vijftien jaar weer van of staat de tocht der tochten alsnog op de tocht? Ontdooit het Friese carnaval voordat de eerste fles berenburger is geopend?
Beneden de rivieren gaan mensen onverstoorbaar edoch vrolijk en opgewekt door met hun voorbereiding op hun eigen volksfeest. In schuren zijn de praalwagens kleurrijk in de maak. Voorkamerramen zijn uitbundig omgetoverd tot heuse clowneske carnavalsetalages, dit tot ergernis van de verkilde Hollandse carnavalshater. ‘Drie dagen is drie dagen!’, mompelt deze in zijn snorloze baard en wendt zich spoedig tot de nieuwsrubriek die de situatie van het Slotermeer haarfijn uit de doeken doet. Nog zes centimeter en ’t jeet los.
Het contrast tussen noord en zuid is in de winter het sterkst voelbaar. Heeft Koning Winter zijn eerste vlokje gestrooid, is het eerste waterdruppeltje vorstelijk tot ijs gestold of de noorderling haalt zijn schaatsen uit het vet. Het elfstedenkruisje als hoogste ideaal. Heeft Sint Maarten zich gemeld of raden van elf snellen naar het dichtstbijzijnde dorpskroegje op het kerkplein. De Blauwe Schuit komt van stal en maakt zijn rondgang langs de Limburgse elf. De muziek klinkt, het bier schuimt, de kelen worden gesmeerd. Vrolijke opmaat tot drie dolle dagen. Weer of geen weer, het carnaval staat nimmer op de tocht.  

donderdag 26 januari 2012

Ergernis


Schreef ik enige tijd geleden dat het nieuwe jaar ons een prachtige schone lei geeft omdat we bevrijd zijn van tradities en wat zie ik nu? Het straatbeeld is nu al vroeg bont en blauw gekleurd. Juist ja, slingers en carnavalsmaskers. De mensen hangen weken te vroeg uitbundig de clown uit. Om me groen en geel aan te ergeren!
Er gaat geen dag voorbij of irritatie en boosheid voeren de boventoon. In ons dichtbevolkte land zijn er aanleidingen genoeg. In de trein waar mensen hun aanwezigheid luidkeels onderstrepen. Op de stoep waar de tegels dampend bevuild worden door de trouwe viervoeters. En zeker niet in het minst, op de weg waar beheerst ruim baan gunnende bestuurders voortdurend in het vaarwater gezeten worden door bumperklevers en inhaalmalloten. Op de valreep nog even een autootje meenemen alvorens op de uitvoegstrook aan te sturen. Wegpiraten in een vehikel met vier ringen.
Natuurlijk gebeurt het ook regelmatig dat ik zelf de oorzaak ben van mijn ergernis. Als ik in mijn eigen vingers heb gesneden, als ik een domme fout heb gemaakt of omdat ik niet op de naam van het een of ander kan komen. Dat is de ware ergernis, louter en alleen omdat het volledig aan mezelf te wijten is.
Die andere ergernis vind ik ondertussen stiekem eigenlijk best wel lekker. Ergeren aan anderen houdt in dat ik mijn eigen sukkeligheid verzwak door het te projecteren op het irritante gedrag van die anderen. Mijn tekortkomingen verdwijnen als sneeuw voor de zon, ten koste van de feilbare medemens. Het betreft aldus een vorm van psychologisch parasiteren. O, wat is het toch heerlijk me te ergeren aan anderen!

vrijdag 13 januari 2012

Non-informatie

In een krant las ik enige dagen geleden het bericht dat uit een wetenschappelijk onderzoek onder mannen van boven de 70 is gebleken dat een hogere wandelsnelheid meer kans biedt op een langer leven. Heren die sneller dan vijf kilometer per uur lopen, zijn doorgaans vijf jaar later nog in leven. De leeftijdgenoten die onder de drie kilometer blijven steken, hebben een geringe kans het komende lustrum te overleven, aldus het onderzoek. Ik ben zo vrij te vertalen: mensen die met een normale snelheid kunnen wandelen, zijn gezonder dan mensen die dat niet meer kunnen. Opzienbarend!
Als ik zo’n bericht lees, voel ik me in eerste instantie in de maling genomen. Ik kijk stiekem om me heen of niemand me betrapt heeft. Maar het schaamrood maakt al snel plaats voor verbazing. Ik zie de onderzoekers al helemaal voor me. Brieven schrijven naar vitale senioren. Kandidaten rekruteren die het gezegde ‘hardlopers zijn allerminst doodlopers’ van harte ondersteunen. Bellen met kreupelen die wel willen maar niet meer kunnen. Ik zie de geldbronnen voor wetenschappelijk onderzoek wereldwijd opdrogen. Recessie, geen geld meer voor klimaatonderzoek. Geen trek meer in deeltjesversnellers. Geen interesse in rekenkundige methodes die onze economie weer tot leven kunnen wekken. Maar vanaf nu weten we: gezonde mensen hebben een grotere kans langer te leven. Leve het wetenschappelijk onderzoek!
Overigens: wist u dat mensen die roken gemiddeld een grotere longinhoud hebben dan mensen die niet roken? Ik leid dit af uit het gegeven dat kinderen doorgaans niet roken, maar wel een kleine longcapaciteit hebben. Conclusie?
Wetenschappelijk onderzoek en non-informatie: Ik wandel zes kilometer per uur en rook niet. Boeiende gegevens. Dat u het alvast maar weet!

maandag 9 januari 2012

Kamp tegen werkloosheid

In ons land is het aantal banen kleiner dan het aantal mensen die werken kunnen.
Als gevolg daarvan is er werkloosheid.
Een maatschappelijk probleem waarvoor we een rijk palet aan oplossingen hebben.
- We zorgen voor meer werk.
- We herverdelen het bestaande werk.
- We her- en bijscholen de werklozen.
- We stimuleren alle partijen die betrokken zijn.
- We honoreren alle partijen die inspanningen leveren het probleem op te lossen.
Een werkwijze die samenhang bevordert.
Een werkwijze die resultaat oplevert.
Een sociaal plan.

Onze minister van Sociale zaken heeft een eendimensionale visie.
De oplossing van de werkloosheid ligt uitsluitend bij de werkloze.
Als een werkloze wil, vindt hij werk.
We verplichten hem te willen, dan vindt hij ook werk.
Volgens de minister is een werkloze een persoon die lui is.
Een persoon die we moeten straffen om zijn luiheid.
Als we dat doen, wil hij werken.
Daarmee is het probleem opgelost.
Maar het werkt het niet.
Deze eendimensionale kamp tegen werkloosheid.






Was het maar zo eenvoudig.
Was het maar uitsluitend een kwestie van wil.
Dan had ik al duizend banen gehad.
En waarschijnlijk nog meer!