Onze zucht naar volledige beheersing van het leven gaat gepaard met een vlaag van collectieve angst. We pompen onze dieren preventief vol met antibiotica, we besprenkelen onze gewassen rijkelijk met allerhande voor onzichtbare beestjes dood en verderf zaaiende middelen. Wij heersen fier over de natuur en consumeren er veilig lustig op los. Maar zo nu en dan glipt er een kleintje door de minuscule mazen van het net. Nerveuze microbiologen begrijpen er geen snars van, de wereld lijdt collectief aan de gevolgen van varkenspest, vogelgriep of nieuwe ziektes als sars. De broze economie doet lijdzaam een duit in het zakje van ellende. Stallen worden geruimd, tonnen groente en fruit doorgedraaid.
Nu de zomer vroeg een aanvang neemt, is ook de komkommertijd tijdig present. Maar dan wel van een totaal andere orde. Op tv verschijnt de kop van onze nationale epidemioloog. Met verkouden stem debiteert hij deskundig geruststellende prietpraat, maar de meeste mensen blijven in de greep van de angst. Een complete bedrijfstak noteert in mineur alvast en miljoenenstrop. In een Noord-Duitse havenplaats is een handjevol mensen gesneefd, mogelijk als gevolg van bescheiden schijfje komkommer. Is niet zeker, maar uit voorzorg lust de Hamburger geen gezonde kost meer. De angstpandemie lijkt niet te stoppen. Voor onze tuinders is dat behoorlijk schade.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten