zaterdag 26 januari 2013

Smal


Onze regio is heerlijk om in te wonen. Naast het gezellige karakter van zijn bewoners en de glooiende landschappelijke pracht blijken er veel meer plezante etiketten te plakken. Zo hebben we volgens ons regionaal dagblad de meest Duitse stad van het land in ons midden en heeft de provinciale hoofdstad op een belendend gemeenteperceel het predikaat meest Vlaamse dan wel Franse oord van onze geliefde natie. Pronkjuwelen alom waarmee we in de strijd om internationale erkenning volop eer inleggen.
In mijn haast bedenk ik geen plek die meer aanspraak kan maken op internationale allure dan het kleurrijke Lviv-Lwow-Lemberg-Leopolis, een stad in Oost-Europa die het binnen de tijdspanne van één luttele eeuw presteerde om in maar liefst vier landen te liggen. Van Oostenrijk-Hongarije, via Polen en de Sovjet-Unie naar Oekraïne. Wij Limburgers ten zuiden van de smalle lijn Grevenbicht – Nieuwstadt doen daar dus niet veel voor onder.
Nu Europa smaller dreigt te worden als gevolg van Euro-echec, een Europabreed morrend Eurofoob electoraat, ja zelfs een mogelijke Britse uittreding, gaan we dadelijk nog de boot missen in onze prachtige regio. Want met onze internationale allure, onze kleurrijke culturele inborst en onze vrolijke economie gericht op nabijgelegen grensregio’s zijn wij niet alleen de Nederlanders, maar zelfs de Europeanen bij uitstek: een divers volk met een gezonde kijk op eigen regio en een reikhalzende blik over de grenzen heen. Daar waar de Fransen gerust een rode loper uitrollen bij de uittreding van de Britten, daar rollen wij met genoegen een bont tapijt uit voor de mogelijkheden die het internationale Europa ons biedt. En mocht het verenigde Europa een illusie blijken dan ervaren we spoedig Europa op z’n smalst.

vrijdag 18 januari 2013

Bekentenis



Mijn dag begint telkens met het schelle geluid van de wekker, spoedig gevolgd door de afgang naar het pruttelende apparaat. Ik zet een mok met koffie aan mijn mond en laat het leven in me stromen. Het pure spul aangevuld met suiker, witte kristallen als broodnodige extra pep. Schoorvoetend geef ik me over aan de dagelijkse verplichtingen, sla me er opgewekt doorheen. Na gedane zaken keer ik huiswaarts alwaar ik de inwendige mens versterk met een voedzaam maal. Het kastje vol geestelijke verstrooiing flitst aan, ik hang onderuit op de bank. Het teveel aan verbruikte energie eist zijn tol, de oogleden worden zwaar. Gelukkig verkwikt een kwartiertje rust zowel lichaam als geest. Ik benut de resterende vrije tijd, regel nog wat aangename zaken om vervolgens naar de fles te grijpen teneinde mijn spirit te kalmeren. Met bloeddoorlopen ogen strompel ik naar boven en vertrek in een opgeluchte slaap. Geen dag voorbij zonder dope voor de gewone man.
De media zijn in de ban van de bekentenis van een groot sportman. Sensatie hangt in de lucht, eindelijk wordt het bange vermoeden bevestigd, eindelijk gerechtigheid. De grote kampioen geeft ruiterlijk toe dat hij de zaak heeft geflest. Zie je wel! We wisten het wel! Het kon niet anders! Ik laat het geamuseerd over me komen. De snoodaard met zijn zeven zeges is een ware krachtpatser, zelfs in het belazeren van de kluit. Nu geeft hij heldhaftig toe. Het circuit van brood en spelen wil bloed aan de paal, list en bedrog zijn onderdeel van het systeem. De winnaar verliest, maar niet voor mij. Ik veroordeel hem niet want zelfs ik beken. Geen dag voorbij zonder dope.

dinsdag 15 januari 2013

Kiplekker


Bio schaadt milieu, zo luidt de kop van het artikel dat een facebookvriend triomfantelijk plaatst. Zie je wel, de milieuwaan aan de kaak gesteld. Beter plof dan bio.
Met biologisch boeren heb je meer voedsel nodig en stoot je meer broeikasgas uit per kilo product, zo stelt men in het artikel vast. Ik geloof het niet alleen, het lijkt me ook logisch. De dieren hebben immers meer ruimte nodig, ze leven bovendien langer dus eten ze bijgevolg ook meer. Enzovoort.
Als het alleen om uitstoot en grondstoffen gaat, akkoord. Prefereer plof.
Maar er is wat mij betreft een belangrijker reden om de plofkip te mijden, en wel het dierwaardig bestaan. Een dier heeft net zoals elk mens recht op een aangenaam leven, zo zegt mijn morele intuïtie. Dieren zijn er niet louter voor de mens (zoals het geperverteerde christelijke concept ons leert), maar hebben ook een waarde in zichzelf. En die waarde dienen we te respecteren door het dier goed te behandelen alvorens we het consumeren. De kip smaakt pas echt lekker als het dier zich gedurende zijn leven kiplekker heeft kunnen voelen. Willen we bovendien werkelijk iets doen aan het terugdringen van broeikasgas en verspilling van voedsel, eet gerust minder vlees. Dan is de biologische kip pas op zijn allerlekkerst.