woensdag 26 juni 2013

Weerbericht


Van alle nieuws dat een tv-journaal brengt, is het weerbericht het belangrijkste. Want waar schietpartijen in de Verenigde Staten, aardbevingen in Klein-Azië of verkiezingen in Latijns Amerika ons dagelijks handelen niet bepalen, doet het praatje aan het eind van het nieuws dat doorgaans wel. We zien de bui al hangen en pakken een waterdichte jas van de kapstok. Of een zonnig en warm bericht leidt snel tot ontblote ledematen. Om over de rest nog maar te zwijgen. Geen wonder dat ik graag het slotpraatje van de weerman of weervrouw tot me neem. Gewoon nuttige informatie die mijn doen en laten, binnen of buiten richting geeft.
Maar de laatste tijd wagen de weerkundigen zich meer en meer buiten de gebaande paden. In plaats van droge meteorologie, gelardeerd met wolkenfoto’s en buienradar, slaan ze graag humoristische bruggetjes en grappen en grollen vrolijk door de voorspelling heen. Vooral een bepaalde weerman van ons provinciale nieuws spant daarbij de kroon. Met een stemmetje dat prima zou passen bij een voorleesmiddag voor verveelde peuters, plakt hij de ene weerspreuk aan de andere volkswijsheid. Van avondrood snelt hij geijkt naar regen in de sloot. Een oud-collega van mij dichtte in het pre-L1-tijdperk reeds prachtig profetisch de volgende parodie: ‘Al kwaakt de kikker in het riet, dan regent het morgen… of niet’, en duidde daarmee de naderende onbenulligheid van de weerjournalistiek. De taalspelende weerkundigen zijn de mindere goden als het om lolbroekerij gaat. Schoenmaker, blijf bij uw leest, voorspel het weer zoals het moet en bespaar me de misplaatste poging tot vermaak. Laat de zon vrolijk schijnen en behoed ons voor onnodige depressies. Zowel taal- als weerkundig van aard.

woensdag 19 juni 2013

Festival


Onlangs vierde ik mijn zevende lustrum. 35 Jaar geleden besloot ik op een mooie voorjaarsavond een kaartje te kopen van een festivalganger die er op de valreep toch de brui aan gaf. Het leidde tot mijn eerste bezoek aan het toentertijd al groot geworden muziekspektakel, steevast en alleen gehouden op tweede pinksterdag. We verzamelden in Sittard waarna we via de kortste route langs de spoorlijn naar Geleen-Oost – Prorailhekken bestonden nog niet – wandelden. Bepakt en bezakt met allerhande spullen om een dagje op het gras door te brengen. Flesjes drank – glas was gewoon toegestaan! – gingen van hand tot hand, de geur van hasj werd meer dan gedoogd. Lange haren, spijkerbroeken en vale t-shirts – roze hoedjes bestonden nog niet – voerden de boventoon. Eén dag, zeven bands en één simpel podium van goedkoop bouwmateriaal. Pinkpop 1978, Burgemeester Damenpark in Geleen. Wat een contrast met de Landgraafse draf- en renbaan.
Het oudste festival van Europa is ondertussen mega geworden. Ruim tien jaar geleden hadden mijn kinderen hun primeur. Zij tooiden zich in ‘hun’ kleurrijke festivalkleding, namen kampeerspullen mee en bleven een paar dagen onder zeil. Drie dagen, twee podia en de 3FM-tent. Het spontaan kamperen op de Danikerberg is ingeruild voor strak georganiseerd openluchtslapen op een van de vele festivalcampings. Jan Smeets en de zijnen hebben het festival op de kaart gezet. Van megafoon tot microfoon, van improvisatie naar organisatie, van lang haar naar grijze stoppelbaard. De tijden veranderen, van rebellie naar nostalgie. Mijn kinderen zijn inmiddels ook al de festivalleeftijd voorbij. Ik luister graag naar gouwe oude rockmuziek en waag me heden ten dage zelfs beheerst aan rustig klassiek. Ik vermoed dat ik oud begin te worden.
 

woensdag 12 juni 2013

Kermis


‘Als de zon schijnt terwijl het regent, dan is het kermis in de hel!’ Dat leerde mijn moeder mij vroeger als deze grillige weersomstandigheid zich voordeed. Een prachtig beeld, ik zag de duivels al met hun puntstaarten zwiepen, van pret hun bokkenpoten stampen en olijk met hun drietand zwaaien.
De kermis, van oudsher een gebeurtenis die één van de kerkelijke hoogtepunten onderstreept. Schutterij en processie, koningszilver en kermis, traditioneel en ongedwongen een familiefeestje bouwen. Als het kermis was in het dorp, dan mocht ik een kijkje nemen. Touwtje trekken, carrousel en in een autootje. De kakofonie van alle attracties en de veelheid aan indrukken was een ietsje te veel voor het tere kindergemoed. Aan mij was het allemaal niet zo besteed. Ook in later jaren had ik geen behoefte aan botsen, rupsen en suikerspinnen, Om nog maar te zwijgen van hevig slingerende en misselijkmakende zweefmolens. Alleen af en toe een bloemetje schieten of een kikker in een emmer mikken. De gezelligheid van de kermis blijft voor mij een mysterie. Ik ga veel liever naar de bioscoop, een concert, festival of gewoon wegduiken op een zonnig terras. Kermis in het dorp, ik blijf doorgaans lekker thuis om mijn vrije tijd echt te genieten.
Van alle folklore is vooral de kermis overeind gebleven, het bonte spektakel dat alle zinnen nog immer prikkelt. Ondanks mijn beschreven weerzin waag ik me graag buitenshuis. Na gedane zaken snel ik maar het plein, slalom schichtig tussen schiettent en kop van jut naar de enige plek die naar mijn smaak echt te pruimen is. Ik bestel een lekker stukje vis en denk bij mezelf: ‘Wat heerlijk dat er kermis is!’

woensdag 5 juni 2013

Dimensies

De creativiteit ligt op straat. Vandaag beleef ik het letterlijk want er staat een straattekenfestival op het programma. Van heinde en verre komen artiesten ingevlogen om de platgetreden paden van mijn woonplaats te verheffen. Tevoren heb ik op het internet een voorproefje genoten van wat me te wachten staat. Ik bewonder tekeningen van onder meer een zwembad, een stromend riviertje en een leger legopoppetjes. Niets bijzonders, ware het niet dat de kunstwerken de illusie van drie dimensies wekken. De rand van het zwembad is opstaand, het riviertje verandert in een waterval die diep in de afgrond stort en het speelgoedleger staat fier overeind te salueren. Ik verheug me op wat komen gaat en ga na gedane huisarbeid goedgemutst richting centrum.
En ja hoor, het werk is al in volle gang. Stukjes trottoir en plein zijn afgezet, de kunstenaars zijn druk in de weer met voorbeeldtekening, raster en meetlint. Ze hanteren driftig krijt, verf en penseel, ze nemen afstand en inspecteren hun werk vanaf de beoogde kijkplek. Ik neem plaats, knijp een oogje toe en het kunstwerk in wording komt reeds overeind. Ik vind het nu al prachtig, maar moet nog een dag geduld betrachten omdat het geheel nog niet helemaal uit de verf is gekomen. Ondanks dat is het al genieten geblazen op straat. Terwijl ik kijk passeert een man met een blindenstok de kunstwerken, een beeld dat het schouwspel nog sterker maakt. Verderop loopt een argeloos echtpaar voorbij. Ze houden even halt, werpen een oppervlakkige blik en zeggen: ‘ik zie helemaal niets!’
3d-tekenen op straat: de ziende mist het, de blinde lijkt het te zien. Het publiek voegt een extra dimensie toe.