donderdag 18 augustus 2011

Groei

Van economie heb ik geen verstand. Dat wil zeggen, ik moet me behelpen met mijn wijsheid van de koude grond. Er zijn van die dingen die te begrijpen zijn zoals de wet van vraag en aanbod en het gegeven dat groei geld genereert. De maatschappelijke huishouding is complex, zoveel hebben we de laatste jaren kunnen merken. Banken vallen om, munten komen in gevaar, de werkloosheid neemt toe. Allemaal zorglijke ontwikkelingen die zelfs de knapste economen niet hebben zien aankomen. De Grieken dreigen klassiek failliet te gaan, de Ieren en Spanjaarden volgen in het zog, Amerikanen verliezen de triple-a-status, de Tea Party roert zich, onze minister-president smijt slordig met miljarden, beurskoersen fluctueren nerveus. De Chinezen en Indiërs zijn in opmars, Oost-Europeanen banen zich een weg naar het westen. De economische wereld is ruimschoots in beweging. Wie zich in deze dynamiek durft te wagen aan voorspellingen, kijkt koffiedik.
Hoe moet ik overleven in dit woud van bomen die tot in de hemel reiken dan wel de weg naar succes belemmeren? Moet ik rijkelijk bemesten dan wel de botte bijl hanteren? Moet ik vertrouwen op allerhande lieden die scheutig strooien met hun deskundige adviezen? Of moet ik vertrouwen op het eigen simpele boerenverstand? Al dan niet met m’n kop in het zand?
Maar zoveel weet ik wel, één ding blijft recht overeind: De economie moet groeien, het medicijn waarmee we alle problemen te lijf kunnen gaan. De economie moet groeien, de mantra van ieder zichzelf respecterend econoom. We moeten meer geld maken, het dogma van de adepten van de markt. We gooien alles op groei, groei als redding, groei is goed. De economie geeft geen krimp.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten