vrijdag 5 augustus 2011

Woordkunst

Als het even kan maak ik aan het begin van de avond een vast tv-rondje. Ik verneem graag het nieuws en vervolg meteen met EenVandaag. Vaak staat dit achtergrondprogramma bol van boeiende nieuwsthema’s, afgelopen week was het weer even vakantietijd. Een komkommeronderwerp diende zich aan en ver voorbij het echec van ehec (weet u nog?) was er volop ruimte een lichtvoetig ongerief voor het voetlicht te halen. Een vijftal minuten kon ik kennisnemen van een fenomeen dat voor mij tot dan toe in nevelen gehuld was.
Bikinistress.
Een woord dat ik aanvankelijk niet goed kon plaatsen. Er bestaan vele vormen van stress, onder andere onderstress. Een vorm van spanning, gevolg van verveeld nietsdoen. Vooral tijdens zomermaanden een veelvoorkomend verschijnsel.
Bikini en stress, twee woorden die apart klare taal spreken. Maar de combinatie? Het kon niets van doen hebben met de lange reis naar het verre atol, zo voelde ik meteen. Daarvoor is bikini als kledingstuk te uitdagend. En juist hier wringt de schoen, zo deed men het geheim uit de doeken. Want de dragers van het dubbele kleinood stellen een duidelijke eis waaraan ze – naar ze zelf menen – niet gemakkelijk kunnen voldoen. Toonbaarheid vereist schoonheid. Met het stijgen van de leeftijd zakken bepaalde partijen. Het is tobben voor de dames, liever bedienen zij zich van een ruimer en veiliger alternatief. Meer stof en uit één geheel.
Bikinistress, in mijn huis gelukkig niet aan de orde. Mijn betere helft laat zich nimmer van haar stuk brengen. De schoonheid van het ouder worden wordt door ons zonder stress gelaten gedragen.
Bikinistress. Voor mij blijft het beperkt tot woordkunst. Volgende week ga ik op ukeleleles.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten