
De kermis, van oudsher een gebeurtenis die één van de
kerkelijke hoogtepunten onderstreept. Schutterij en processie, koningszilver en
kermis, traditioneel en ongedwongen een familiefeestje bouwen. Als het kermis
was in het dorp, dan mocht ik een kijkje nemen. Touwtje trekken, carrousel en
in een autootje. De kakofonie van alle attracties en de veelheid aan indrukken
was een ietsje te veel voor het tere kindergemoed. Aan mij was het allemaal
niet zo besteed. Ook in later jaren had ik geen behoefte aan botsen, rupsen en
suikerspinnen, Om nog maar te zwijgen van hevig slingerende en misselijkmakende
zweefmolens. Alleen af en toe een bloemetje schieten of een kikker in een emmer
mikken. De gezelligheid van de kermis blijft voor mij een mysterie. Ik ga veel
liever naar de bioscoop, een concert, festival of gewoon wegduiken op een
zonnig terras. Kermis in het dorp, ik blijf doorgaans lekker thuis om mijn
vrije tijd echt te genieten.
Van alle folklore is vooral de kermis overeind gebleven, het
bonte spektakel dat alle zinnen nog immer prikkelt. Ondanks mijn beschreven
weerzin waag ik me graag buitenshuis. Na gedane zaken snel ik maar het plein,
slalom schichtig tussen schiettent en kop van jut naar de enige plek die naar
mijn smaak echt te pruimen is. Ik bestel een lekker stukje vis en denk bij
mezelf: ‘Wat heerlijk dat er kermis is!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten