Achttienduizend tweehonderd-drieënzestig dagen. Een
willekeurig getal. Vertalen we dit naar jaren, dan rolt er precies vijftig uit.
Vandaag maak ik beide reeksen vol en vier het feit dat ik precies een halve
eeuw geleden in de wieg werd gelegd voor dit aardse bestaan. Niets bijzonders
natuurlijk, leefden we bijvoorbeeld op Mars, dan was ik nu ruim zevenentwintig
jaar.
Verjaardagen zijn vooral leuk voor kinderen. Cadeaus,
partijtjes gelardeerd met lekkernijen. Nu zijn het markeringspunten om even stil
te staan en vooruit te blikken. Voor vandaag geldt een gezellig samenzijn in
kleine kring. Ik vind grote verjaarsfeesten vooral leuk als anderen het varken
zijn, ik geniet op afstand in stilte mee. Ben ik zelf het middelpunt, dan graag
op bescheiden schaal.
Vijftig klonk in mijn jeugd altijd zo vreselijk oud. Ik
herinner me nog goed toen mijn vader deze mijlpaal bereikte. Volkomen
afgeschreven, zo luidde mijn oordeel. Nu pas ik deze onbezonnen houding van
toen toe op mijn huidige zijn. Afgeschreven? Economisch misschien wel, maar
menselijk allerminst. Volop prettige zaken in het leven van alledag voorhanden
om energiek te bruisen, nog allerminst de krasse knar waarmee een illuster
tv-duo enige decennia geleden de vijftigplusser placht weg te zetten.
Ik heb afgelopen middernacht mijn verjaardag samen met mijn
broer ingeluid. Hij verjaart ook, maar ligt precies driehonderdvijfenzestig
dagen voor. Een heel jaar maar liefst, hij betreedt telkens verkennend mijn
voorland. Ik gun hem dat van harte en drink in zijn schaduw vrolijk op de
toekomst. En misschien drinkt u feestelijk mee. Indien u deze tekst een dag
later leest, weet dat ik nog lang niet jarig ben. En u mijn verhaal als mosterd
na de maaltijd kunt genieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten