vrijdag 31 augustus 2012

Duivelsbosch

Op een rustige namiddag loop ik tijdens een van mijn wandelingen langs de muur van het eeuwenoude katholieke complex in onze Parkstad. Voor mij kuiert een viertal druk in gesprek gewikkelde wandelaars. Plots duikt tussen hen een wielrenner tevoorschijn. Als een duveltje uit een doosje sprint deze sportieve senior soepel bergop, zijn conditie opkrikkend dan wel trainend voor een of ander veteranenevenement.
Ik was het even vergeten, maar sinds het Nederlands wielerkampioenschap heeft onze regio een geasfalteerd bospad erbij. Waar vroeger sportiviteit in het bosquet Rolduc louter bestond uit rondjes rennen door middelbare scholieren tijdens gymles, heeft men dit nu uitgebreid met een professionele activiteit op het hoogste nationale niveau. De nieuw gecreƫerde col fungeert sinds deze zomer als scherprechter voor de goed getrainde renner. Passend Duivelsbosch gedoopt om te dienen als diabolische kuitenbijter voor de strijdlustige rijder tijdens de grote finale.
Ik vind het contrast prachtig. Het heilige oord getransformeerd tot het profane parcours van de bokkenpoot. Als een heer op kop, een biefstuk in je kruis en met de duivel op je hielen.
Tijdens het lopen moet ik ineens denken aan een voormalig politiek leider van het CDA. Dries van Agt droeg zijn geloof uit, ook op de fiets. Want hij was een liefhebber van de katholieke volkssport bij uitstek: het wielrennen.
Ik herinner me in het bijzonder een uitspraak van hem waarvan de betekenis nu volledig duidelijk wordt. Want reeds in de jaren zeventig moest hij geweten hebben hoe zwaar het trappen langs het complex zou moeten zijn. Maar als volleerd fietser was hij toen al wars van vrees voor deze helse klim. Getuige zijn spreuk: ‘Voor de duvel niet bang!’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten