vrijdag 26 oktober 2012

Supersnoep

Soms lees ik berichten in de krant die spontaan op mijn lachspieren werken. Helemaal humoristisch als het artikel beoogt heel serieus een gevaar te bespreken. Zoals het geval was afgelopen week. Bij een foto van een toilet met een groen kwakje bacteriebestrijdend fris op de rand las ik de tekst dat kinderen dit kleurrijke fenomeen als een superwinegum zien en stevig hun tandjes in de gewenste lekkernij zetten. Om vervolgens via 112 een twee drie in het medische circuit te belanden.
In onze overgereguleerde maakbare samenleving is niets veilig meer. Het doorschieten van de veiligheid: zo verhaalde ik ooit over de kale wipkipplekken die nu de moderne speeltuin vormen en over de landschapsvervuilende hekken langs de spoorbaan. Ook in onze huizen ontkomen we niet aan de veiligheidswaan van de grote broer die overal gevaaruitbannend munt slaat uit het vermeende ongerief. Nieuwsmakers smaken het genoegen in geur en kleur te waarschuwen. Voor mij kunnen ze allemaal de pot op.
Kleine kinderen hebben amper tandjes of ze worden overstelpt met de zoete geur en kleffe smaak van plakkerig spul. Snoepresten kleven om de kleine mondjes, de kaakjes bewegen driftig op en neer. Als liefhebber van hartig snoepgoed heb ik dit beeld nooit erg plezierig gevonden. Eigenlijk was het me altijd worst, maar als ik dan zo’n superwinegumartikel lees, dan komt er een soort genoegdoening voorbij. Het kroost van de veiligheidsmaniakken verschalkt door een grote snoep. Voor een seconde houd ik het beeld vast, dan heb ik weer schoon genoeg van het gezeur. Ik sla de krant dicht en poets de plaat. En waan me veilig in een wereld waar ik autonoom met beide benen op de grond sta.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten